Veel paden zijn verdwenen

uit de kindertijd.
Ze lijken nog begaanbaar,
maar ze zijn betegeld of verhard.
Indianenheuvels werden huizen
in een gladgestreken wildernis
en gedempte oceanen.
Hier vlochten meisjes kransen
van witte bloemen
en in de verte dansten veulens
met het licht
in een wiegend toverland.
De wilgen langs het water
vertelden hun verhalen,
als je ze streelde of in ze klom.
Het waren zomers van ontwaken.
Alleen de wolken zijn gebleven,
ze hielden hun belofte,
ook nu ze grijzer zijn.