De Schooltandarts

De martelbus was weer gekomen,
de duivel droeg een witte jas.
In het domein van kinderhaters
had hij zijn vaste plek.
Wachtend in het voorgeborchte
zag je deze beul zijn best doen
om een kind te straffen
voor het snoepgedrag.
Nooit waste hij zijn handen,
alleen in onschuldig kinderbloed.
Zijn assistente,
lang als een giraffe,
lachte altijd minzaam,
allang doof voor het huilen
en het gierend geluid van tandartsboren.
Ze gaf je na de behandeling
een saai, bruin kaartje
met een tekening van een lachend kind,
dat tanden poetste,
“7 gaatjes” stond er op.
Hij doorboorde wreed het kinderparadijs.
Ik hoop dat hij allang gestorven is,
hopelijk zonder verdoving.